Paragrafen

Lokale heffingen

Beleid opbrengst en dekking

Het beleid ten aanzien van de opbrengst van de in deze paragraaf genoemde belastingen en retributies voor de jaren 2023-2026 is als volgt:

  • Onroerende-zaakbelastingen: inflatiepercentage (3,0%) koppeling met het landelijk inflatiecijfer voor de loon-prijsontwikkeling (CPI) volgens het Centraal Planbureau (CPB);
  • roerende belasting op woon- en bedrijfsruimten: inflatiepercentage (3,0%);
  • rioolheffing: 100% kostendekking;
  • afvalstoffenheffing: 100% kostendekking;
  • begrafenisrechten: 100% kostendekking;
  • leges: inflatiepercentage (3,0%), 100% kostendekking;
  • precariobelasting: inflatiepercentage (3,0%);
  • parkeerbelasting: de parkeertarieven stijgen met 3,0%;
  • toeristenbelasting: verhoging van € 3,30 naar € 3,40 per overnachting.

Voor de twee laatste belastingsoorten geldt dat er geen koppeling (meer) is met die van de gemeente Zandvoort.

Inflatiecorrectie
Voor de heffingen en belastingen geldt een koppeling met het landelijk inflatiecijfer voor de loon- en prijsontwikkeling van het Centraal Planbureau. Voor het begrotingsjaar 2023 wordt conform de vastgestelde kadernota voorgesteld de tarieven van de onroerende-zaakbelastingen, de precariobelasting, de leges en de parkeerbelasting ten opzichte van de tarieven 2022 te verhogen met 3,0%. De toeristenbelasting stijgt inclusief inflatie van € 3,30 naar € 3,40 per overnachting.

OZB
Er wordt gestuurd op realisatie van de te behalen inkomsten rekening houdende met de 3,0% prijsinflatie volgens de kadernota en de areaaluitbreiding als gevolg van nieuwbouw. De laatste  component dient om de korting op de 'inkomstenmaatstaf algemene uitkering' te compenseren. De landelijke marktontwikkeling tussen 1 januari 2021 en 1 januari 2022 bij woningen wordt, op basis van de mei-circulaire gemeentefonds geschat op 13,5%. Voor niet-woningen wordt de waardeontwikkeling over dezelfde periode geschat op 1%. In de begroting 2023 is zowel bij de berekening van de algemene uitkering uit het gemeentefonds als de opbrengstramingen van de OZB met deze waardeontwikkeling rekening gehouden.
Op 1 januari 2023 begint een nieuw WOZ-tijdvak met waardepeildatum 1 januari 2022.
Als in het WOZ-tijdvak (1-1-2021 tot 1-1-2022) sprake is van waardestijgingen/-dalingen, dan vindt, rekening houdend met de beschikbare belastingcapaciteit, een verrekening plaats via een evenredige respectievelijke verlaging/verhoging van de ozb-tarieven 2023.

Rioolheffing
Voor de rioolheffing worden tarieven gehanteerd die hoogstens kostendekkend zijn. De geraamde baten mogen de geraamde lasten niet overschrijden. Hiertoe is een overzicht van baten en lasten opgenomen inclusief een toelichting van de beleidsuitgangspunten. De kosten worden voor 40% bij de eigenaar en voor 60% bij de gebruiker verhaald. Het eigenarentarief voor de rioolheffing is gebaseerd op de WOZ waarde. Het gebruikerstarief is gebaseerd op het waterverbruik. Op 16 december 2021 is het nieuwe Waterplan voor de planperiode 2022-2026 vastgesteld. Uit het Waterplan is gebleken dat er geen sprake is van 100% kostendekkendheid. Dit is reden geweest om voor de komende begrotingsjaren naast de correctie voor inflatie een extra verhoging van 1,8% door te voeren. De uit het Waterplan voortvloeiende financiële consequenties zijn in de meerjarenbegroting 2023-2026 verwerkt.

Afvalstoffenheffing
Voor de afvalstoffenheffing geldt het beleid van volledige kostendekking. Evenals bij de rioolheffing geldt dat de geraamde baten de geraamde lasten niet mogen overschrijden. Voor het inzicht wordt verwezen naar het overzicht van baten en lasten en de bijbehorende toelichting op de beleidsuitgangspunten. De gemeente Bloemendaal heeft met Meerlanden een dienstverleningsovereenkomst afgesloten voor de huishoudelijke afvalinzameling.

Grafrechten
Ook voor de grafrechten geldt het beleid van volledige kostendekking.

Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor voorwerpen die vergunningplichtig zijn, terrassen en ligplaatsen. Voor kabels en leidingen in gemeentegrond is vanaf 2022 heffing niet meer mogelijk.

Parkeerbelasting
De tarieven van de parkeerbelastingen liften jaarlijks mee met de inflatie-aanpassingen. De tarieven voor het strand werden van oudsher afgestemd op de Zandvoortse tarieven. Vanaf het belastingjaar 2021 is deze koppeling los gelaten. In lijn met de uitgangspunten van de kadernota 2023 worden de tarieven van zowel Bloemendaal aan Zee als Bloemendaal dorp verhoogd met 3,0%. De gemiddelde parkeerduur blijft gelijk. De raming van deze belangrijke inkomstenbron van de gemeente is sterk afhankelijk van weersomstandigheden en wisselende aantallen evenementen.

Indien geen, of te weinig, parkeerbelasting is voldaan, kan de gemeente een naheffingsaanslag opleggen, vermeerderd met kosten. Deze kostenopslag moet door de gemeente worden onderbouwd. De gemeente moet kunnen laten zien dat de kosten per naheffingsaanslag (op ramingsbasis) gelijk of hoger liggen dan dit bedrag. Het maximumbedrag dat voor de kostenopslag in rekening kan worden gebracht bedraagt per 1 januari 2023 € 72,90. Dit bedrag groeit jaarlijks mee met het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie.

Toeristenbelasting
Het tarief van de toeristenbelasting in Bloemendaal lift jaarlijks mee met de inflatie-aanpassingen en werd van oudsher afgestemd op de Zandvoortse tarieven. De koppeling met de Zandvoortse tarieven is met ingang van het belastingjaar 2021 los gelaten.
In lijn met de uitgangspunten van de kadernota 2023 wordt het Bloemendaalse tarief per 1 januari 2023 verhoogd van € 3,30 naar € 3,40.

Kwijtscheldingsbeleid
De gemeente voert een kwijtscheldingsbeleid conform de Invorderingswet 1990.
Indien een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de belastingaanslag te voldoen, wordt voor 100% kwijtschelding verleend indien uit een vermogenstoets en een inkomenstoets blijkt dat het inkomen gelijk is aan of minder dan het wettelijk minimuminkomen (bijstandsnorm).
Kwijtschelding wordt alleen verleend indien het een aanslag betreft voor onroerende-zaakbelasting, roerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing (alleen voor de eerste afvalcontainer, niet voor extra containers) en rioolheffing voor het gebruikersgedeelte. De overige heffingen zijn in de betreffende belastingverordeningen uitgesloten van kwijtschelding.

Het bedrag aan kwijtscheldingen bedroeg / bedraagt (bedragen in €):

Kwijtschelding

2021 (W)

2022 (B)

2023 (B)

Afvalstoffenheffing

 € 88.584

€ 80.000

€ 90.000

Rioolheffing

€ 42.949

€ 40.000

€ 45.000

Totaal

 € 131.533

€ 120.000

€ 135.000

Zowel de raming kwijtschelding afvalstoffenheffing als kwijtschelding rioolheffing is ten opzichte van het begrotingsjaar 2022 op basis van realisatiecijfers bijgesteld.

Deze pagina is gebouwd op 01/25/2023 11:08:23 met de export van 01/25/2023 09:09:47