BUDGETTAIR KADER 2023-2026
Naast de hiervoor genoemde grondslagen is de meerjarenbegroting 2023 - 2026 opgesteld met inachtneming van de in de Kadernota 2023 aangegeven financiële kaders. De kaders treft u hieronder aan:
Onderwerp | Voorstel |
---|---|
Sluitende begroting | De gemeenteraad ziet toe op een structureel, reëel en duurzaam materieel begrotingsevenwicht. Dit houdt in dat meerjarige structurele lasten door meerjarige structurele baten worden gedekt en dat deze volledig en realistisch zijn . |
Interne budgetregels | Voorstellen met structurele financiële gevolgen worden niet tussentijds, maar alleen bij de begroting, in behandeling genomen. Tussentijdse voorstellen worden alleen bij de Zomernota behandeld mits ze onvoorzien, onvermijdbaar en onuitstelbaar zijn en bovendien incidenteel van aard. Voor andere en complexe nieuwe voorstellen dient, conform de verordening financieel beheer, een apart raadsvoorstel te worden gemaakt. |
Ontwikkeling financiering en (toe te rekenen) rente | De rekenrente voor de begroting 2023 vast te stellen op 1,25%. |
Autonome ontwikkelingen (inwoners/woningen) | In de meerjarenbegroting wordt voor zover mogelijk rekening gehouden met autonome ontwikkelingen inwoners/woningen die uit bouwprojecten voortvloeien. De zogenoemde volume-aanpassingen. Hierbij wordt er bovendien vanuit gegaan, dat tegenover de stijging van de baten (OZB + Algemene uitkering), een stijging van de lasten staat wegens infrastructurele en sociaal maatschappelijke kosten. De budgethouders dienen dit aan te geven. |
Loon-/prijscompensatie | 1. De personeelsbudgetten worden vanaf 2023 jaarlijks met 3,7% geïndexeerd; |
Gemeentefonds | Over de effecten van de mei/juni circulaire 2022 is nog niets bekend, de raad wordt met een separate brief geïnformeerd. Een herijking van het Gemeentefonds is in voorbereiding en gaat wellicht in vanaf 2023. |
Relatie WOZ-herwaardering met OZB-tarieven | Als in het WOZ-tijdvak (1-1-2021 tot 1-1-2022) sprake is van |
Heffingen/belastingen | 1. De OZB, gewone precariobelasting, toeristenbelasting en leges worden in 2023 trendmatig met 3,0% verhoogd. Op grond van de gegevens uit de mei/juni circulaire 2022 kan dit percentage nog worden aangepast; |
Investeringen | Er worden voor de periode 2023-2026 alleen investeringen in de begroting geraamd die in het betreffende begrotingsjaar tot uitvoering komen. Bij de aanlevering voor de begroting worden op basis van concrete plannen van aanpak (capaciteit, tijd en geld) voorstellen ingediend om beschikbaar stellen van kredieten voor die investeringen te bewerkstelligen. |
Eigendommen | De opbrengsten eigendommen (verkochte woningen) en andere activa worden toegevoegd aan de bestemmingsreserve ‘Afbouw schulden’. De opbrengsten worden gereserveerd voor het aflossen van schulden voor zover de Flexibele Algemene Reserve meer dan 3% van het begrotingstotaal bedraagt. Bij het opstellen van de jaarrekening wordt deze 3%-regel beoordeeld. Zo nodig wordt de Flexibele Algemene Reserve aangevuld vanuit de bestemmingsreserve Afbouw schulden. |
Ontwikkeling schuldpositie / investeringsplafond | De schuldpositie van de gemeente blijft de komende begrotingsjaren aandacht vragen. De ontwikkeling van de schuld van de gemeente wordt gemonitord met de financiële kengetallen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Veel schulden worden gemaakt voor investeringen in wegen, riolering en onderwijshuisvesting. De gemeenteraad heeft op 3 november 2016 besloten om te streven naar een bruto schuld van maximaal € 40 miljoen alsmede een solvabiliteit van tenminste 50%. Er dient continue een integrale afweging te worden gemaakt tussen de meerjarige investeringen enerzijds en het beoogde schuldniveau anderzijds. De jaarrekening 2021 laat per balansdatum 31 december 2021 een stand van de langlopende geldleningen zien van € 20,4 miljoen. De korte schuldpositie bedroeg per balansdatum € 3 miljoen. De beide kengetallen netto schuldquote en solvabiliteit voldoen aan de norm van de gemeenteraad. Het schuldniveau zal vanaf 2022 mede door lopende en geplande investeringen weer toenemen. Voor de jaren 2023-2026 is de verwachting dat de bruto schuld zich stabiliseert op een bedrag van ca. € 40 miljoen. |